FAQ
De wijzigingen zijn gemarkeerd in het geel.
Vragen: Extra
1. Mag het aanleren van de spuittechniek voor insuline zowel door de diëtiste-educator als de verpleger-educator gedaan worden?
Dit mag enkel door de verpleegster aangezien zij over de vakbekwaamheid beschikt. Voor dit punt moet de diëtiste-educator beroep doen op
hetzij een verpleegkundige, hetzij een arts.
2. Een patiënt gaat materiaal bij een apotheker halen, maar brengt het voorschrift pas later binnen. Nu heeft de patiënt een nieuw voorschrift voor materiaal, maar er zit dus geen 6 maanden tussen. Is dit een probleem voor de terugbetaling?
Controle materiaal gebeurt per 6 maanden. Niet op datum van voorschrift, maar wel op de datum van aflevering.
3. Wat indien een patiënt met een zorgtraject diabetes toch in de loop van het zorgtraject overstapt naar meer dan 2 injecties insuline per dag en dus weer opgenomen wordt in de conventie?
Deze patiënt blijft zijn remgeldvoordeel behouden. Materiaal en educatie worden door de conventie gegeven/afgeleverd.
4. Wat indien een patiënt met een zorgtraject chronische nierinsufficiëntie toch in de loop van het zorgtraject in dialyse gaat?
Deze patiënt blijft zijn voordelen behouden.
5. Moet ik als huisarts een bepaalde prestatiecode voor het zorgtraject vermelden op het getuigschrift voor verstrekte hulp?
Neen, de mutualiteit weet automatisch dat deze patiënt een zorgtraject heeft afgesloten.
6. Geldt de regel van volledige terugbetaling ook bij collega’s uit een groepspraktijk of enkel voor de huisarts waarbij het contract wordt afgesloten?
Vanaf 1/1/2011heeft een patiënt, in het kader van zijn GMD of zorgtraject, bij iedere arts van de groepering dezelfde remgeldvoordelen, op voorwaarde dat deze huisartsengroepering bij het Riziv geregistreerd is.
Het speelt dus geen rol welke huisarts binnen deze groepering het GMD geopend heeft of het zorgtraject-contract ondertekend heeft om van de remgeldvoordelen te genieten.
Let op : de patiënt moet een GMD openen bij de huisarts van de huisartsengroepering die het zorgtrajectcontract ondertekende binnen het jaar na de start van het zorgtraject.
Voor het GMD hoeft de letter G gevolgd door het RIZIV-identificatienummer van de GMD-houdende arts niet meer te worden vermeld op het getuigschrift voor verstrekte hulp.
7. Wat indien in een groepspraktijk een arts een zorgtraject opstart, terwijl een andere arts van de praktijk het GMD van die patiënt beheert? Kan dit?
Ja dit kan, maar ten laatste binnen het jaar na aanvang van het zorgtraject, moet het GMD beheerd worden door de arts die het contract heeft ondertekend.
8. Mag een huisarts ‘diabetesconventie’ vermelden op het voorschrift voor het voorschrijven van geneesmiddelen in de vergoedingsgroep ‘diabetes’, indien deze patiënt is opgenomen in de conventie?
Ja, dit mag door de huisarts toegepast worden